Wanneer heeft je kind recht op de ondersteuningstoeslag?
- Je kind dient minstens 12 punten te scoren op de medisch-sociale schaal (contacteer hiervoor je ziekenfonds).
- Je kind moet jonger zijn dan 21 jaar (de toeslag wordt ontvangen tot en met de maand waarin je kind 21 wordt).
- Je kind moet woonachtig zijn in Vlaanderen of het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
- Je kind moet de Belgische nationaliteit bezitten of aan de nationaliteitsvoorwaarde voldoen.
Indien je kind al specifieke hulp ontvangt vanuit de jeugdhulp, kunnen ze geen ondersteuningstoeslag uitkeren, zelfs als je kind aan alle bovengenoemde voorwaarden voldoet.
De ondersteuningstoeslag bedraagt 331,22 euro per maand. Deze wordt uitbetaald op de 8ste dag van de volgende maand, naast het bedrag van het Groeipakket.
Aanvragen?
Als je kind in Vlaanderen woont, hoef je de ondersteuningstoeslag niet aan te vragen. Je uitbetaler van het Groeipakket betaalt de toeslag automatisch uit wanneer je er recht op hebt.
Verschil tussen ondersteuningstoeslag en zorgtoeslag?
Het kan voorkomen dat een kind recht heeft op zowel de ondersteuningstoeslag als de zorgtoeslag.
De zorgtoeslag is bedoeld om te helpen bij de hogere opvoedingskosten van een kind met een specifieke ondersteuningsnood.
De ondersteuningstoeslag, daarentegen, voorziet in aanvullende ondersteuning om niet-medische zorg en ondersteuning te kunnen organiseren op de manier die het gezin zelf verkiest. Dit helpt om de deelname van het kind aan de samenleving te verbeteren.
Opvolger van het basisondersteuningsbudget
Tot eind 2022 werd het basisondersteuningsbudget of zorgbudget voor mensen met een handicap (300 euro) uitbetaald door een zorgkas. In het kader van het gezinsbeleid heeft de Vlaamse regering besloten om dit budget voor kinderen en jongeren tot 21 jaar over te hevelen naar het Groeipakket, onder de naam 'ondersteuningstoeslag'.
Vragen?
Contacteer één van de medewerkers van het Sociaal Huis via 011 60 60 44.